Translate

zondag 28 april 2013

Rob als lakei van Willem-Alexander en Máxima

Zondag. Rob is vroeg opgestaan. Hij schuift de gordijnen open en..., verdomme; een blauwe reiger van wellicht een meter groot staat midden in de vijver al zijn goudvissen op te peuzelen. Hij opent de tuindeuren en schreeuwt: 'De crisis is nu zelfs tot in mijn eigen tuin doorgedrongen - scheer je weg jij lelijke mislukte ooievaar.'

Zijn telefoon gaat. Het is Buuf die bijna onverstaanbaar stamelt: 'Er is iets héél ergs gebeurd..., er is iets verschrikkelijks gebeurd.
Je moet mij helpen!'

'Rustig..., rustig, zegt Rob, vertel..., wat is er aan de hand?'



'Mijn man heeft tijdens het skiën zijn wijsvinger gebroken..., en hij loopt nu met zijn hele hand in het verband.'
'Ja, vervelend, maar zo verschrikkelijk is dat toch ook weer niet.'
'Jawel..., want mijn man is lakei, en dinsdag 30 april moet hij naast de gouden koets lopen - naast koning Willem-Alexander en koningin Máxima. En dat gaat dus écht niet met zo'n gipsen poot!'
'Ja, ja, heel vervelend. Maar wat moet ik er mee?'
'Jij moet invallen. Jij moet hem vervangen als lakei!'
'Moet ik voor lakei gaan spelen?'
'Ja, jij speelde vroeger toch ook als trompetter in het leger van de prins, dus voor lakei spelen is voor jou een makkie. En bovendien heb jij dezelfde confectiematen als mijn man.'
'Ik weet niet of ik dat wel wil.'
'Nou..., ik heb je al aangemeld, dus als je nu "nee" zegt, dan denk ik dat W.A. heel boos wordt. En..., eh..., morgenmiddag om 14.00 uur is op Paleis Soestdijk de repetitie.'

Tuut, tuut, tuut...

Een beet verbouwereerd staat Rob met zijn smartphone in de hand voor zich uit te staren. 'Dat is even lekker wakker worden..., ik als lakei? Nou dat kan gezellig worden,' mompelt hij in zichzelf.

De volgende dag staat hij precies om 14.00 uur aan de poort van het paleis. Hij trekt drie maal hard aan de bel. Even later doet Bea - gehuld in een knaloranje ochtendjas - de deur open. 'Oh, jij bent zeker de instant-lakei, fijn dat je bent gekomen.' Vervolgens trekt ze hem naar binnen, overhandigt hem zijn kostuum en zegt: 'Kleed je maar om en ga daarna vlug naar de stallen, want ze zijn de paarden al aan het inspannen.'
Boven een van de stallen staat in gouden letters "Bertha 38". Hij werpt een blik naar binnen en in het half duister staat een koe die koninklijk naar hem loeit. Terwijl hij bedenkelijk naar de koe staart, ziet hij in de verte W.A. met een steigerende hengst worstelen. Rob snelt hem meteen te hulp. 'Heb jij ook al verstand van paarden?' zegt de aankomende koning met een rood opgezwollen gezicht. 'Ja, ik ben van alle markten thuis,' antwoordt Rob.
Max zit in de koets te wachten. Een beetje ongeduldig trommelt ze met haar vingers op een hoedendoos. Maar als zij Rob ziet verschijnt er een welgemeende vriendelijke lach op haar gezicht en ze roept: 'Hé, de trompetter..., de trompetterende lakei!' 'Klinkt trouwens best aardig, mompelt ze er achteraan, ik ga dat meteen twitteren!'
'Dag majesteit,' zegt Rob.
'Zeg maar gewoon Max, we zijn immers nog aan het repeteren, het is allemaal nog niet echt. Maar vanaf morgen moet je Koningin Máxima tegen mij zeggen!'
'Vertel maar wat ik moet doen,' zegt Rob.
'Doe maar hetzelfde als de andere lakeien, gewoon een beetje naast de koets lopen - maar wel in de pas blijven!'
Plotseling zegt W.A.: 'Een trompetterende lakei lijkt mij trouwens wel erg leuk. Dat is weer eens iets anders. Daar scoor ik vast goed mee bij mijn onderdanen en in de media. Weet je wat..., ik heb ineens een grandioos idee: Jij gaat op de bok zitten en dan moet je het Koningslied trompetteren. En als dat aanslaat, dan moet jij tijdens héél mijn koningschap mij overal trompetterend aankondigen. Misschien ga ik dan wel de geschiedenis in als "Willem met de Trompetter" of zoiets.'
Rob vindt het eigenlijk helemaal geen slecht idee en zegt: 'Goed, op één voorwaarde dat ik dan af en toe ook een liedje mag zingen!'
Maar Max vindt het allemaal maar niets.
'W.A., word nu toch eens volwassen! roept ze vanuit de koets. Rob gaat gewoon naast mij lopen, net zoals die andere lakeien.' 'Wat een onzin,' mompelt ze er achteraan.
Met een sip gezicht kruipt W.A. vervolgens in de koets. 'Nou dacht ik dat ik een leuk idee had, maar nu is het weer niet goed,' zegt hij.
'Het was een hartstikke leuk idee, maar het denken moet je aan mij overlaten. Dat hadden we toch afgesproken, ja toch? En die Bertha 38 blijft morgen ook in de stal!'
'Dat koningschap begint mij steeds meer tegen te staan,' moppert W.A.
Rob probeert de boel een beetje te sussen en zegt:' Weet je wat, ik zal een heel speciaal Koningslied componeren - waarvan de melodie niet is gestolen en..., in perfect Nederlands - en dat gaan wij dan morgen samen op het bordes zingen. En als je wilt, dan trompetter ik er ook nog wat bij. De mensen op de Dam zullen het geweldig vinden, en tegen de pers zeggen wij dat jij dat lied samen met mij hebt gemaakt.'
Nou, W.A. vindt het een geweldig idee, en ook Max stemt toe.
En - terwijl Rob naar Max knipoogt - voegt hij eraan toe: 'Dan ga jij de geschiedenis in als "Willem de Muzikale".'
W.A. glundert van oor tot oor en zegt: 'Jij krijgt morgen van mij alle lintjes die we in huis hebben!'

Als Rob later op de middag thuiskomt staat Buuf al ongeduldig aan de voordeur op hem te wachten.
'Hoe is het allemaal verlopen?' vraagt ze nieuwsgierig.
'Nou, het ging van een leien dakje, en bovendien krijg ik morgen alle lintjes die er maar zijn. Jij zult mij dus in het vervolg moeten aanspreken met "Sir Rob de Nijs" of zoiets, en..., héél diep voor mij moeten buigen!' En terwijl hij haar een stofzuigerslang in haar handen drukt, zegt hij lachend: 'Hier, pak aan, zuigen kreng.'
Al zuigend roept Buuf: 'Wat zou ik toch moeten zonder zo'n lieve buurman zoals jij?'

zaterdag 20 april 2013

Rob gaat vliegen

"Zondag 21 april vliegen". Ja, het staat duidelijk in zijn agenda. Vandaag moet hij - om zijn vliegbrevet te behouden - toch echt gaan vliegen. Hij moet immers 12 uur per jaar vliegen.
Maar heel erg vindt hij dit niet, want Rob houdt van het luchtruim, daar voelt hij zich immers vrij en blij..., zo vrij als een vogel. Daarboven in die stilte kan hij goed nadenken, daar wordt zijn hoofd weer helemaal leeg, en daar kan hij ook heel goed nieuwe liedjes componeren.

Stom, hij was het helemaal vergeten, maar ja, gisteravond was het nogal laat geworden.

Ja..., een heftig optreden in een of ander boerendorp, leuke meisjes..., veel leuke meisjes en lekkere drankjes achteraf aan de bar.

'Hoe heette die tent ook alweer?' vraagt hij zich bedenkelijk af terwijl hij met zijn vingers zijn ogen uitwrijft. 'Heaven, ja, zo heette die tent. Mooie naam,' mompelt hij er achteraan.


Weet je wat ik doe, denkt hij, ik vraag of Buuf meegaat, die houdt vast wel van vliegen, die vliegt immers de hele wereld af.
Die heeft alle toeristische attracties gezien. Zij houdt van avontuur!

Hij belt Buuf. Nou, die heeft er inderdaad wel zin in. Een uurtje later zijn ze al op het vliegveld.
Een oude Piper J-3 staat ronkend klaar. Rob kruipt achter de stuurknuppel en Buuf gaat achter hem zitten. Langzaam rijden ze naar de startbaan. Rob volgt de instructies van de verkeerstoren, de krachtige viercilindermotor begint te loeien en..., off they go.

Het toestel maakt zich los van de grond en niet veel later vliegen ze door het wolkendek. 'Wat een mist, bromt Buuf, maar wel heel spannend.' De wereld onder hen wordt steeds kleiner.
Rob klimt hoger, en hoger. 'Zo meteen komen we in de hemel,' schreeuwt Buuf.
'Ja, in Heaven,' roept Rob.
Hij heeft het nog maar net gezegd als er plotseling twee engelen voor hem opdoemen. Hij denkt, die ken ik ergens van. 'Ja, van gisteravond..., van aan de bar in Heaven,' schreeuwt een van de twee. Onder haar witte jurk draagt ze sexy zwarte lingerie, dat ziet Rob direct, de witte jurk schijnt immers door. 'Ik wist niet dat jij kon vliegen, roept de engel vervolgens. Weet je nog dat wij gisteravond samen dat geweldige nummer van Jiskefet hebben gezongen, ...hemel ik heb zo'n jeuk aan mijn pemel..., zou dat uit liefde zijn..., mijn kleine lieve bengel. M'n fijne zoete stengel...'

'Nou..., ik kan mij dat allemaal niet meer zo goed herinneren,' antwoordt Rob.
'Ik anders wel, zegt de andere engel, en ook wat er daarna allemaal gebeurde.'

'Zeg..., wat heb jij gisteravond allemaal uitgespookt?' roept Buuf.
'Ik weet van niets,' pruttelt Rob tegen.

Ondertussen vliegt hij alsmaar hoger, en in de verte komt de hemelpoort in zicht. Petrus (André van Duin) staat al met beide armen uitbundig naar hen te zwaaien. Als ze dichterbij komen begroet hij hen hartelijk en roept: 'Opoe, wat is er nu weer?'
'Nee, schreeuwt Rob, ik ben het - Rob de Nijs!'

Plotseling doemt er - voor hen - een ander vliegtuigje op. Het komt recht op hen af! Rob duwt de stuurknuppel met beide handen naar beneden, en zijn toestel neemt een enorme duik. Buuf roept: 'Ik moet spugen..., ik moet kotsen.'

Het vliegtuigje duikt dieper en dieper..., richting aarde. 'Ik krijg hem niet omhoog..., ik krijg hem niet meer omhoog..., we gaan crashen,' schreeuwt Rob. Dan volgt er een harde klap en daarna..., niets meer. Radiostilte.
Als Rob en Buuf wakker worden zitten ze in een grote dampende soepketel tussen stronken prei, wortels en uien. 'We worden gekookt,' roep hij verschrikt uit.' 'En zie je daar die dansende inboorlingen, zegt Buuf, we zitten volgens mij in een stripverhaal van Sjors en Sjimmie..., dit kan toch allemaal niet!'

Buuf knijpt in Rob's arm. 'Word nu toch eens wakker langslaper, het is al bijna half drie.' Verdwaasd opent hij zijn ogen. 'Sorry, het was vannacht weer zo ontzettend laat..., en ik had weer zo'n hele rare droom.

zaterdag 13 april 2013

Feest bij Rob

Zondag. Vandaag is het feest in Huize Rob. Gisteren heeft hij alle inkopen gedaan. Ja, hij is er klaar voor. Hij heeft 11 Bourgondische vrienden, en om de beurt geven ze iedere maand een eetfeestje. En nu is Rob dus aan de beurt. Hij doet zijn rood-wit geblokte schort voor en zet een vrolijk muziekje (Visite van Lenny Kuhr) op. 'Ja, dat klinkt lekker, altijd maar naar je eigen muziek luisteren gaat ook vervelen,' mompelt hij in zichzelf.

In zijn woonkamer staat een grote tafel - geschikt voor 8 personen. Dus gaat Rob naar Buuf, die hem graag haar tuintafel leent. Even later staat hij bedenkelijk naar de twee tafels in de kamer te staren.

'Tja, dat wordt passen en meten, want als je ze tegen elkaar zet, en er moet iemand naar het toilet - dan heb je een probleempje. Dan staat die vitrinekast in de weg,' zegt Buuf.
'Die kast blijf daar staan,' zegt Rob een beetje knorrig.
'Oké, jij je zin,' zegt Buuf.
'We kunnen die tafels toch ook los van elkaar zetten, dan kunnen de mensen er tussendoor lopen.'
'Ja, maar dan kunnen ze het eten niet doorschuiven. Of wil jij soms elke tafel apart indekken?'
'Ja, daar heb jij ook weer gelijk in. Misschien kunnen we die tafels beter gewoon tegen de muur schuiven en dan moeten ze het eten zelf opscheppen. Een soort van staand buffet..., dat is misschien ook wel gezellig.'
'Nee joh, met z'n allen aan een lange tafel is veel gezelliger, maar dan moet die vitrinekast er toch echt uit!'
'Nee, daar staat mijn verzameling tinnen soldaatjes in, en daar mag niets aan veranderd worden. Kijk, dit is "de Slag bij Waterloo" en..., hieronder staat "de Inname van Den Briel". Nee, daar blijf je met je vingers vanaf!'
'Ik wilde je alleen maar helpen, maar goed, dan moet je het zelf maar weten.'

En..., weg is Buuf.

Rob snelt naar de keuken en begint ijverig met potten en pannen te rammelen. Het wordt een Indische rijsttafel - de specialiteit van Rob. Als hij net de laatste hand legt aan de gamba's in tamarindesaus, gaat de deurbel. Hij kijkt op de klok. 'Aha..., vier uur, daar zul je de eerste genodigden hebben. Mooi op tijd,' mompelt hij.

Langzaam druppelen de gasten binnen. Ze genieten allemaal van een aperitiefje, kletsen wat bij - hoe is het met jou..., nou, jij ziet er ook goed uit..., hoe gaat het met de zaak...? Ja..., crisis hè... - enzovoorts, enzovoorts. Rond zessen serveert Rob het eten op tafel.

"Oh, wat ziet dat er allemaal lekker uit, en het ruikt ook zo lekker", klinkt het van alle kanten. 'Wel jammer dat die tafels zo ver van elkaar staan,' zegt er iemand. 'Ja, niet echt gezellig,' beaamt zijn buurman. En naarmate de avond vordert en de drank rijkelijk vloeit, worden de tafels steeds dichter tegen elkaar geschoven.

'Die vitrinekast staat behoorlijk in de weg,' zegt een gevulde dame die juist van het toilet terugkomt. Even later wordt de kast aan de kant geschoven en niet lang daarna beginnen er mensen met de tinnen soldaatjes te spelen. Eerst wil Rob nog wat tegensputteren, maar als er iemand - die juist Napoleon boven op een berg met rijst heeft gezet - roept "Robje wees nu geen spelbreker", geeft hij zich gewonnen.

Kanonnen bulderen, paarden hinniken, rookpluimen stijgen op, en aan alle kanten van de tafel klinkt er pang, boem, beng... De oorlog is begonnen! Tussen gepelde gamba's, heuvels van kroepoek en bergjes saté wordt de Slag bij Hamelen nagespeeld. De hertog van Wellington ligt languit in de haaienvinnensoep, generaal Blücher drijft in de foe yong hai en neergeschoten soldaten spartelen hulpeloos in de pindasaus.

Rob kan het natuurlijk niet laten, en op het hoogtepunt van het feest loopt hij trompetterend door de kamer, gevolgd door twee wulpse dames - gewapend met wapperende vlaggen - die vrolijk lallend "Jan Klaassen was trompetter in hart en ziel" uitschreeuwen.

Oh, oh, oh..., wat een feest!

zaterdag 6 april 2013

Snorrenmondje

'Puf..., puf. Het is weer zondag,' puft Rob. In zijn blauwe pyjama met witte strepen staat hij voor het beslagen raam van zijn slaapkamer. Hij staart een beetje voor zich uit en denkt aan een kunstveilingman met een snorrenmondje, die hij afgelopen week bij een uitzending van DWDD zag.

'Zo'n man heeft volgens mij altijd plezier,' mompelt hij in zichzelf. En met zijn wijsvinger tekent Rob een zelfportret - met een snorrenmondje - op het raam. Hij begint er spontaan van te grinniken.

'Moet ik vaker doen,' mompelt hij wederom in zichzelf. Direct daarna maakt hij er met zijn smartphone een foto van. 'Prachtig, mompelt hij, die ga ik meteen op Facebook zetten.'

Even later gaat de deurbel. Het is Buuf. 'Ja..., ik zag een koddige foto voorbij komen. Ik heb hem meteen met al mijn vrienden gedeeld. Alleen moet je niet zoveel in jezelf mompelen, want persoonlijk vind ik dat bijzonder irritant.'

Rob kijkt haar bedenkelijk aan.

Oei..., zijn portret wordt - in no time - duizenden keren ge-liked. En wat een hoop reacties!

"Oh Rob, wat zie je er grappig uit"
"Maak nog eens zo'n foto, please"
"You make my day"
"Ik ga de hele zondag dansen met Rob de Nijs"
Enz..., enz.

'Dansen met Rob de Nijs?' mompelt Rob.
'Hou nou toch eens op met dat gemompel,' bromt Buuf.
'Ja..., ja, sorry, ik zal proberen het niet meer te doen.'

"Met jou doe ik graag een Route 99 in de AH"
"Zeg mijn lieve ezeltje; ik zou graag een middag jouw Shrekje zijn"
"Wij moeten beslist eens met elkaar praten"
"Ik zou graag iets met je gaan drinken, groetjes Sophy"

Wie is Sophy? denkt Rob.

En zo gaat het maar door op Facebook. Hij snapt er helemaal niets van.

'Ze zijn blijkbaar allemaal zéér gecharmeerd van jouw snorrenmondje,' kraait Buuf.
'Ja, maar het was maar in een opwelling. Ik bedoel..., het kwam allemaal door die man op DWDD.'
'Nee, geen smoesjes. Je bent nu "hot" meneer. Hartstikke hot!'

De smartphone trilt meedogenloos in Rob's pyjamabroek.
Buuf neemt op.

'Ik word hier stapelgek van,' roept Rob puffend.
'Nee, joh, je bent weer helemaal in. Er is zelf ene Roland die constant naar jou vraagt.
Hij wil met je dansen op de maan.

'Ja, maar..., dat maanproject is toch helemaal mislukt! Dat heeft die Bloks immers allemaal op zijn blog "Rob de ruimte artiest" uitgebreid vertelt. Ja, ik zat toen behoorlijk in een dip.

En..., ik ken ook helemaal geen Roland. Overigens wel een mooie naam!'

woensdag 3 april 2013

I have a dream

Er is 83 kilo ambergris (ook wel walvissenkots genoemd) in de darmen van de potvis gevonden, die op 15 december 2012 aanspoelde op de Razende Bol bij Texel. Het stinkt en het is glibberig. Maar het is ook erg zeldzaam en een belangrijk bestandsdeel dat in parfums wordt verwerkt.
De waarde wordt geschat op circa 1 miljoen euro.

Slechts weinig potvissen maken ambergris aan om de papegaaiensnaveltjes van inktvissen makkelijker uit te poepen.

In "Het Letterbeest" van woensdag 20 februari schreef ik dat de mens nu een mix van allerlei dieren kloont. Nou..., blijkbaar hebben ze dat van de natuur afgekeken.
Inktvissen met papegaaiensnaveltjes?
Het moet allemaal niet gekker worden.

Maar goed..., deze potvis had dus duidelijk last van constipatie - dan wel een moeizame defecatie - die hem/haar (volgens mij is het een vrouwtje) uiteindelijk fataal is geworden.

De enorme vis strandde dichtbij de plek waar bultrug Johanna een paar dagen daarvoor aanspoelde. Ze heeft - voor zover ik weet - nog geen naam gekregen, dus voorlopig noem ik haar maar gewoon "mevrouw Pot" (totdat het tegendeel is bewezen).

Marilyn Monroe nam altijd een bad gevuld met champagne. Jane Fonda duikt echter iedere week in een bad met ambergris. En daarom ziet ze er natuurlijk nog zo goed uit.
Maar ja, ze stinkt wel ontzettend naar ....!

Powervrouw Sacha de Boer - anchorwoman van het 8 Uur Journaal - is ermee gestopt. Annechien Steenhuizen neemt het stokje van haar over. Sacha gaat nu - ik hoorde dat toevallig bij de koffieautomaat - kotsende potvissen fotograferen.

In het gerenoveerde Rijksmuseum in Amsterdam zijn de muren geschilderd in 50 tinten grijs. Daardoor komen de schilderijen beter uit de verf, en zo wordt er tevens aan de ervaringen van de bezoeker een bijzondere erotische dimensie toegevoegd. Ja, het Rijksmuseum - dat 10 jaar lang gesloten was - doet er alles aan om weer bezoekers te trekken. Misschien ontdekken ze binnenkort - in de kelder, helemaal onder het stof - wel een heel oud schilderij van Jan Steen, voorstellende "de Pruttelende Potvis".

De Nachtwacht van Rembrandt werd (overigens heel ingenieus bedacht) door een gat - in het dak van het ondergrondse fietsenhok - het museum binnen getakeld. Dus als u binnenkort een wielrenner onhandig met een schilderij door het centrum van Amsterdam ziet zeulen, dan is het naar alle waarschijnlijkheid "de Nachtwacht" of..., "de Pruttelende Potvis".

"Deel jouw dromen met W.A. en Max", lees ik op www.deeljouwdroom.nl
Ja..., Willem komt blijkbaar maar moeilijk in slaap.
En dan gaat straks - in bed - Max zeker mijn droom (uit het grote dromenboek) aan Willem voorlezen.

Ja, ja..., ze zijn zó ontzettend rijk, dat ze alles kunnen kopen wat hun hartje maar begeert (een kilootje ambergris is voor hen dus écht peanuts), maar nee hoor, het is blijkbaar nooit genoeg. Want nu willen ze ook nog eens onze dromen hebben. Nou, mijn dromen krijgen ze écht niet!